De bewoners van Vollersgracht 10aVoor de nummers 10, 10a en 10b geldt dat er heel veel, vaak kleine gezinnen in wonen die elkaar snel afwisselen. De huizen hebben maar een voordeur. Niettemin worden ze vaak dubbel bewoond.
De eerste bewoners van Vollersgracht 10a komen op 18 september 1890. Het zijn: Andries Buuren, letterzetter, 25 jaar, (geb. 08-07-1855), zijn vrouw Sophia Sommerling, 24 jaar (geb. 10-03-1856) en hun drie kinderen:
Andries, 8 jaar (geb. 02-05-1882)
Johannes, 6 jaar (geb. 24-01-1884)
Hubertus Nicolaas, 5 maanden (geb. 14-04-1890)
Dit gezin woont precies twee maanden op dit adres.
Op 1 november 1890 komen de volgende bewoners: Emanuel van de Berg, kleedermaker, 35 jaar (geb. 28-12-1854), zijn vrouw Maria Catharina van der Linden, 28 jaar (geb. 11-12-1861) en hun dochter Susanna Maria Johanna van de Berg, 2 jaar (geb. 22-08-1888). Ze wonen daar ongeveer een jaar. Op 26 november vertrekken ze.
Op 22 december 1892 zijn er nieuwe bewoners: Johannes Sersel sigarenmaker, 57 jaar (geb. 07-09-1834) en Catharina Maria de Kler, 56 jaar, (geb. 01-05-1836). Ze wonen daar tot zeker 1894.
Op 7 februari 1893 zijn er inwoners: Jan Bavelaar, fabrieksarbeider, 55 jaar (geb. 27-07-1837), zijn vrouw Johanna Overveld, 53 jaar, (geb. 20-02-1839) en drie kinderen:
Geertruida, bleekersmeid, 22 jaar, (geb. 23-06-1870)
Johannes steenhouwer, 16 jaar (geb. 12-06-1876)
Maria, 13 jaar, (geb. 25-09-1879)
Op 18 mei 1893 wordt er nog een vierde kind geboren: Cormelis.
Het gezin verhuist op 6 juni 1893.
Pas op 4 januari 1894 is er een nieuwe bewoner. Het is Willem Fredrik Stoute, arbeider, 33 jaar (geb. 19-10-1860). Hij woont daar tot 11 mei 1894.
De nieuwe bewoners komen op 7 september 1894. Het zijn Nicolaas van der Mark, poppenmaker, 27 jaar, (geb. 14-10-1866) en zijn vrouw Hendrika Vernel, 38 jaar, (geb. 03-09-1856).
Op 2 april 1896 komen Willem Frederik Chaudron, sjouwer, 69 jaar, (geb. 19-06-1826) en zijn dochter Jannetje Chaudron, 25 jaar (geb. 03-10-1870). Ze blijven maar twee maanden. Op 27 mei 1896 zijn ze alweer vertrokken.
De nieuwe bewoners staan officieel al ingeschreven op 7 april 1896. Het zijn Ludovicus Jacobus Antonius Martijn, smid, 31 jaar, (geb. 01-02-1865) en zijn vrouw Maria Elisabeth Ouwerkerk, 29 jaar, (geb. 07-06-1866). Ze krijgen op 16 mei 1895 hun eerste kind: Jacobus Ludovicus. Het gezin Martijn zal daar tien jaar blijven wonen.
Op 20 januari 1896 komen er nieuwe inwoners: Johannes van Distel, koekbakker, 30 jaar, (geb. 12-12-1865) en zijn vrouw Alida Christina Spek, 26 jaar, (geb. 29-06-1869). Ze trouwen op 20 mei 1996. Ze vertrekken op 2 september 1896.
Op 28 augustus 1896 komen Teunis Rietkerk, schipper, 27 jaar, (geb. 29-06-1869), zijn vrouw Jacoba Johanna Kolijn, 24 jaar (geb. 15-10-1871), hun zoontje Pieter van drie maanden (geb. 23-05-1896) en de vader van Jacoba Johanna.
In het gezin van L.J.A. Martijn wordt op 18 juni 1897 het tweede kind geboren: Johannes Petrus.
In het gezin van Rietkerk speelt zich een drama af. Teunis Rietkerk overlijdt op 5 mei 1897, zijn vrouw op 8 november 1897. Het zoontje wordt eind 1897 ondergebracht in Aarlanderveen. De vader van Jacoba Johanna vertrekt begin 1898. Vanaf 22 maart 1899 zijn er nieuwe inwoners: Pieter Wouter Martijn, waarschijnlijk familie van Lodewijk J.A. Martijn. Pieter W. is boekdrukker, 23 jaar, (geb. 04-02-1876). Hij is getrouwd met Cornelia de la Rie, 23 jaar, (geb. 21-01-1897). Ze hebben een dochter: Cornelia Pieternella, 1,5 jaar (geb. 17-10-1897).
Per 10 april 1899 zijn er nieuwe inwoners: Cornelis Schreuder, loopknecht, 33 jaar, (geb. 02-07-1865), zijn vrouw Elisabeth Vijlbrief, 08-07-1877 en hun twee kinderen: Johannes, 1,5 jaar (geb. 25-10-1897) en Maria Geerta, 3 maanden (geb. 20-12-1898).
Op 8 juni 1899 wordt er in het gezin van Pieter W. Martijn een tweede kind geboren: Johannes Jacobus. Het jongetje overlijdt een week later (15-06-1899).
Het gezin Schreuder vertrekt na vijf maanden (4 september 1899) naar Den Haag.
Op 1 september 1900 wordt in het gezien van Pieter W. Martijn een dochter geboren: Dina Maria. Het gezin vertrekt op 31 december 1900.
Op 29 december 1900 komen er nieuwe inwoners: Willem Johannes Stephanus, fabieksarbeider, 29 jaar, (geb. 06-12-1871) en zijn vrouw Maria de la Rie, 28 jaar, (geb. 25-08-1872). Ze zijn net getrouwd (14-11-1900). Het gezin van Stephanus blijft tot zeker 1934 op dit adres wonen. Intussen zijn er heel veel inwoners.
Op 30 mei 1901 wordt bij het gezin van L.J.A. Martijn een zoon geboren. Hij krijgt dezelfde namen als zijn vader: Ludovicus Jacobus Antonius.
Bij het gezin van Willem. J. Stephanus wordt de eerste van drie kinderen geboren Jan Ostrij (geb. 08-09-1901). Daarna volgt Lydia Maria (geb. 08-12-1902). Dit kind overlijdt op 4 april 1904.
Martijn krijgt op 23 juli 1904 zijn vierde kind: Wilhelmina.
Het gezin van Martijn vertrekt op 6 december 1906.
Bij Stephanus wordt op 9 april 1909 het derde kind geboren: Willem.
De nieuwe inwoners komen op 8 februari 1907. Het zijn: Johannes Albertus Gaikhorst, arbeider, 29 jaar, (geb. 31-07-1877), zijn vrouw Maria Pieternella Hillenaar, 32 jaar (geb. 17-09-1874) en hun dochter Petronella Johanna Maria, 1,5 jaar, (geb. 19-06-1905). Ze blijven maar een half jaar. Op 2 september 1907 zijn ze alweer vertrokken.
Per 10 juli 1907 staan ingeschreven: Hubertus Vrijbloed, blekersknecht, 23 jaar, (geb. 03-10-1883) en zijn vrouw Marianna Diemel, 24 jaar, (geb. 15-02-1883). Ze zijn op 10 juli ook getrouwd. Op 8 maart 1908 krijgen ze een kind: Marianna.
Vanaf 10 september 1908 staan ingeschreven: Willem Hartevelt, los werkman, 23 jaar, (geb. 23-07-1885), zijn vrouw Adriana van Oosten, 20 jaar, (geb. 21-02-1888) en hun dochter Hester, 1 jaar (geb. 16-09-1907). Op 29 maart 1909 wordt hun tweede kind geboren: Paulis Jacobus. Ze vertrekken op 19 september 1909.
Op 6 mei 1909 komen Johannes Reinierus Baart, tegelbakker, 26 jaar, (geb. 26-12-1882), zijn vrouw Magdalena Laman, 25 jaar. (geb. 21-11-1883) en hun zoontje Cornelis, 1 jaar, (geb. 23-10-1907). Ze staan ingeschreven tot 18 maart 1910.
Op 1 januari 1910 zijn er alweer nieuwe inwoners: Johannes Brugman, mouter, 22 jaar, (geb. 06-11-1887) en zijn vrouw Jacoba Verhoeven, 26 jaar, (geb. 04-08-1883). Op 30 april 1910 wordt hun dochter Maria geboren. Het gezin verhuist op 18 juli 1910.
Nieuwe inwoners zijn er al op 19 april 1910. Het zijn: Piet Riethoven, paardenslachter, 23 jaar, (geb. 17-10-1886), zijn vrouw Douwtje Duiker, 19 jaar, (geb. 21-04-1891) en hun dochter Maria Johanna, 4 maanden, (geb. 09-12-1909). Op 17 november 1910 wordt hun tweede kind geboren: Jan. Het gezin vertrekt op 9 juni 1911.
Vanaf 27 juli 1911 woont op dit adres Gijsbertus Steenbergen, scheepmaker, 21 jaar, (geb. 29-11-1889), zijn vrouw Elisabeth Vinkesteijn, 24 jaar, (geb. 10-01-1887) en hun zoontje Gijsbertus, 3 maanden, (geb. 18-04-1911). Ze vertrekken 1,5 jaar later, op 23 januari 1912.
De volgende inwoners komen op 20 maart 1912. Het zijn Cornelis Kooyman, landbouwer, 38 jaar, (geb. 21-09-1873), zijn vrouw Maria Verburg, 34 jaar, (geb. 10-11-1877). Ze hebben drie kinderen:
Johannes Gijsbertus, 10 jaar, (geb. 12-07-1901)
Gijsbertus Gerardus, 9 jaar, (geb. 01-03-1903)
Bernardus, 8 maanden, (geb. 17-06-1911)
Op 30 november 1912 komt er een jong stel bij: Cornelis Pieter Oosterom, timmerman, 18 jaar, (geb. 14-01-1894) en Geertje Balkenende, 22 jaar, (geb. 05-08-1890)
Op 4 maart 1913 wordt er in het gezin van Kooijman een vierde kind geboren: Johanna Catharina.
In juli van dat jaar komen er twee pas getrouwde stellen in het huis wonen.
Op 9 april 1913 komen: Herman Blansjaar, suikerwerker, 21 jaar, (geb. 14-11-1891) en zijn vrouw Jacoba Beij, 20 jaar, (geb. 15-01-1893). Ze zijn op 9 april 1913 getrouwd.
Op 22 juli 1913 komen: Pieter Vincourt houtdrager, 25 jaar, (geb. 18-12-1887) en Cornelia Jacoba Laterveer, 22 jaar, (geb. 22-02-1891).
Blansjaar en zijn vrouw krijgen op 11 oktober 1913 een dochter: Jannemie.
Bij de Vincourts wordt er op 13 februari 1914 een kind geboren: Maria.
Op 26 maart 1914 vertrekken Jacoba Beij en haar dochter. Haar man Herman Blansjaar is waarschijnlijk al eerder vertrokken. Het lijkt erop dat hij ook nog elders een vrouw en kinderen heeft. Op 8 juli 1914 zijn er nieuwe inwoners: Arnoldus Johannes Heuzen, kettingsmid, 22 jaar, (geb. 15-08-1892), zijn vrouw Judith Zitman, 10-01-1894 en hun zoon Johannes (geb. 14-12-1913). Er worden nog twee kinderen geboren:
Jannetje Johanna Maria (geb. 25-04-1915) en Wilhelmina, (geb. 08-04-1918). Dit gezin blijft hier wonen tot 8 december 1922.
Verdere gegevens van het bevolkingsregister zijn niet beschikbaar.
In de Nieuwe Leidsche Courant van 24-07-1926 staat te lezen dat B.P. Tepas en zijn gezin zijn gaan wonen op Vollersgracht 10a.
Uit de adresboeken komen nog de volgende namen:
1940/41 A. Kloots, L. Sip
1954/55 C.D. Zandvliet, Wed. E. Honsbeek-Rijken
1963/64 C.D. Zandvliet
Zeer waarschijnlijk is hij de man die bekend staat als Rooie Kees. Hij is communist en hij werkt als classificeerder in de haven.
In april 1967 worden de panden Vollersgracht 10 en 10b in verhuurde staat in de veiling verkocht. 10b staat twee keer vermeld met verschillende huurprijzen. De kans is groot dat hier een keer 10a had moeten staan.
In het adressenboek van 1969/70 staat vermeld: H.M. van der Vos.
Het huis staat in mei 1979 te koop bij J.H. Keij en Zoon. Het verkeert op dat moment in slechte staat. De nieuwe bewoners zijn Bert van den Hoek en Sjoerd van Zanen. Beiden zijn cultureel antropoloog.
Bert blijft lange tijd in het huis wonen. Hij heeft slechte perioden en je ziet hem vaak dronken over straat lopen. Het verhaal gaat dat hij in die toestand een keer in de gracht is gevallen en er nog net op tijd is uitgevist. Bert overlijdt op 1 december 2001. Niet aan de gevolgen van overmatig drank- of drugsgebruik, maar door een verkeersongeval tijdens een verblijf in Nepal. Het huis komt in bezit van Jan, de broer van Bert. Begin 2007 koopt zijn halfbroer Ralph van den Hoek het huis en hij gaat er zelf wonen.