De bewoners van Vollersgracht 6

De eerste bewoners van de benedenwoning staan ingeschreven per 1 augustus 1890. Het is het pasgetrouwde echtpaar Cornelis van der Vlist, 25 jaar, kleermaker, (geb. 21-08-1864) en zijn vrouw Aagje van der horst, 27 jaar, (geb. 18-03-1863). Ze wonen daar maar enkele weken.
Op 15 september 1890 komen Gerrit Tegelaar, wever, 22 jaar (geb. 12-08-1868) en zijn vrouw Jansje Arnoldus, 23 jaar (geb. 03-12-1866) van de benedenwoning ernaast (Vollersgracht 4). Ze hebben daar maar enkele weken gewoond. Op nummer 6 blijven ze ook maar een paar weken. Op 1 oktober 1890 vertrekken ze.
De volgende bewoners komen op 1 november 1890. Het is Jansje Wijnbeek, 27 jaar, (geb. 18-10-1863) en haar zoon 2-jarige zoontje Willem Isaac Corneel Sloos. (geb. 17-08-1888). Jansje is getrouwd, maar haar man woont niet bij haar. Ze blijven een jaar op dit adres wonen. Ze vertrekken op 10 november 1890.
Op 10 november 1891 komen Willem Pieter Jan Brittijn, timmerman, 23 jaar, (geb. 08-03-1868) en zijn vrouw Catharina Maria Johanna van Berkel, 25 jaar, (geb. 24-04-1866). Ze verhuizen op 6 december 1892 naar Den Haag.
De nieuwe bewoners komen op 13-01-1893. Het is zijn Hendrikus Antonius Keller metselaar, 25 jaar, (geb. 31-10-1867) en zijn vrouw Hendrika van Zwieten, 26 jaar, (geb. 27-06-1866). Ze blijven hier tot september 1897 wonen en ze krijgen in die periode vijf kinderen, waarvan er drie overlijden:
Antonius Johannes Hendrikus (geb. 15-05-1893)
Maria Hendrika (geb. 13-04-1894, overl. 03-07-1894)
Clasina Hendrika (geb. 13-04-1894, overl. 07-12-1894)
Johannes Hendrikus Nicolaas (geb. 05-12-1895, overl. 19-08-1896)
Johan (geb. 04-04-1897)
Op 18 augustus 1897 komen er nieuwe bewoners. Ze trouwen diezelfde dag. Het zijn Franciscus Elkerbout, fabrieksarbeider, 24 jaar, (geb. 30-04-1873) en zijn vrouw Engelina van Mastrigt, 23 jaar, (geb. 31-03-1874). Ze krijgen op 1 juni 1898 een dochter: Johanna Louisa.
Op 8 februari 1898 komen er twee dames, die waarschijnlijk intrekken bij het gezin van Elkerbout. Het zijn Johanna Betgen, 31 jaar, (geb. 28-08-1866) en Johanna Jacoba Korenhof, 36 jaar (geb. 05-04-1861). Het gezin van Elkerbout vertrekt op 22 november 1898. De twee Johanna’s blijven daar tot 10 oktober 1899. Het huis staat waarschijnlijk enige tijd leeg.
Op 18 mei 1901 zijn er weer een bewoners: Bastiaan Gerrit van Vliet, agent van politie, 33 jaar, (geb. 11-04-1869) en zijn vrouw Jaapje Smits, 28 jaar, (geb. 12-05-1873). Ze blijven maar een half jaartje. Op 24 september 1901 vertrekken ze.
Op 4 oktober 1901 komen Jacobus Johannes Buijs, sergeant bottelier, 31 jaar, (geb. 17-05-1870) en zijn vrouw Maria Magdalena Begonje, 36 jaar, (geb. 07-10-1865). Anderhalf jaar later (maart 1903) vertrekt de man naar Amsterdam en de vrouw naar Den Haag.
Op 1 april 1903 komt er een gezin met een dochtertje van 1 jaar. Het zijn Gerardus Boom, 57 jaar (geb. 15-09-1845) en zijn vrouw Johanna Mieremet, 43 jaar (geb. 04-01-1860). Hun dochter heet Jannetje Gerardina (geb. 03-02-1902). Ze blijven tot 6 mei 1905. Verdere gegevens uit het bevolkingsregister zijn niet beschikbaar. In de adresboeken staan nog de volgende gezinshoofden vermeld:
1908: H.C. Dör
1911-1912: J. Kroon
Uit andere gegevens valt af te leiden dat na J. Kroon het huis wordt bewoond door Andries Petrus Fiouw, letterzetter, (geb. 01-03-1878) en Cornelia van Straten, (geb. 22-05-1876). Ze komen van Vollersgracht 3. Waarschijnlijk na hen komen, ook van Vollersgracht 3, Jacobus Frederik Nieuwenburg koetsier, (geb. 04-10-1889), zijn vrouw Susanna Frederika Baart, (geb. 28-07-1888) en hun zoon Willem Frederik (geb. 27-03-1912). Het gezin van Nieuwenburg blijft daar tot zeker 1930 wonen. Daarna volgen nog: 1934-1935: J. van Lierop
1937-1941: Ph.A.J. de Buijn
1954-1970: Mej. J.J. de Vet

De bovenwoning (nummer 6a) wordt voor het eerst bewoond door de weduwe Marritje Schrijver- Trompert, 63 jaar (geb. 13-09-1827) en haar zoon met zijn gezin. De zoon is Hendricus Trompert, timmerman, 25 jaar (geb. 29-07-1865). Zijn vrouw heet Johanna Maria de Kaper, 27 jaar, (geb. 22-04-1863). Ze krijgen op 5 mei 1891 een dochter: Maria Johanna Antonia. Ze blijven 1,5 jaar in het huis wonen. Ze vertrekken op 2 maart 1893.
Op 11 maart 1892 zijn er nieuwe bewoners: Leendert Boot, borstelmaker, 43 jaar, (geb. 12-02-1849) en zijn vrouw Gijsje Hanselaar, 41 jaar, (geb. 28-02-1851). Ze komen van de bovenwoning ernaast (nummer 4a) en ze blijven hier vier jaar wonen. (tot 4 april 1896).
Op 4 mei 1896 komt er een gezin met twee jonge kinderen wonen: Pieter Johannes van Gijn, boekdrukker, 25 jaar, (geb. 20-05-1871), zijn vrouw Geertruida den Blaauwen, 30 jaar (geb. 21-06-1865) en de kinderen:
Hendrik Jacobus, (geb, 26-11-1892)
Maria Wilhelmina Petra (geb. 26-08-1895)
Ze vertrekken op 14 november 1898. Op 25 november 1898 komen Izaak Hendrik Willem Cossee, blikslager, 24 jaar (geb. 12-01-1874), zijn vrouw Jannetje Sloos, 28 jaar, (geb. 25-08-1870) en hun pasgeboren kind Izaak Hendrik Willem (geb. 19-10-1898). Ze blijven er nog geen jaar wonen. Op 12 juni 1899 verhuizen ze.
Op 1 juli 1899 komt er een gezin met twee kinderen: Cornelis Hubertus Gerrit Bolderdijk, kleermaker, 32 jaar, (geb. 22-10-1866), zijn vrouw Petronella Kleinhans, 33 jaar, (geb. 26-10-1865). De kinderen zijn:
Sara Christina, 9 jaar, (geb. 21-06-1890)
Johanna Maria, 6 jaar (geb. 12-10-1892)
Vanaf 1 juli 1899 tot 13 januari 1902 woont bij hun in huis: Lucretia Saar Maria Duijvermans, kleermaakster, (geb. 22-03-1870)
Op 10 april 1905 wordt er nog een derde kind geboren: Antonia Petronella. Vrijwel direct daarna verhuist het gezin. (op 18 oktober 1905) De nieuwe bewoners staan al vermeld vanaf 31 mei 1905: Sieger van der Laan, mandenmaker, 34 jaar, (geb. 16-12-1870), zijn vrouw Maria Francisca Vreugdenburg, 25 jaar, (geb. 26-01-1885), zijn schoonmoeder: Maria Francisca van der Lelie, 58 jaar, (geb. 03-03-1847). Op 18 nov 1905 wordt hun zoon Sieger geboren. Dit gezin blijft maar vijf maanden.
Op 24 oktober 1905 komen Jan Kroon, blikslager, 41 jaar, (geb. 18-08-1864), zijn vrouw Petronella Knipper, 34 jaar, (geb. 21-02-1871) en hun dochtertje Helena Maria van 4 (geb. 11-06-1901). Dit gezin verhuist op 10 oktober 1911 naar Warmond.
Het bevolkingsregister vertoont een hiaat tot augustus 1912. Volgens het adressenboek wordt het huis in die tijd bewoond door A.J. Meerburg. Op 7 augustus 1912 komen: Johannes Hendrik De Vink, voeger, 25 jaar, (geb. 22-03-1887) en zijn vrouw Dirkje van de Holst, 21 jaar, (geb. 26-04-1891). Ze krijgen op 21 oktober 1912 hun eerste kind: Christiaan. Daarna volgen:
Johannes Hendrik (geb. 20-02-1914)
Klasina (geb. 23-04-1915)
Het gezin De Vink blijft ruim drie jaar op dit adres wonen. In die periode staan nog enkele andere bewoners vermeld. Waarschijnlijk hebben die tijdelijk bij hen ingewoond. Vanaf 4 februari 1913 tot 17 februari 1914 staan ingeschreven: Izaak de Vink, arbeider, 65 jaar (vader van Johannes Hendrik?), (geb. 21-10-1847) en twee dochters:
Adriana Susanna, 38 jaar, (geb. 04-03-1874)
Neeltje, 34 jaar, (geb. 12-08-1878). Neeltje is dienstbode.
Vanaf 27 oktober 1915 tot 28 juni 1916 staan ingeschreven: Cornelia Johanna Vera, gehuwd met J. Wit, 26 jaar, (geb. 22-11-1889) en haar 4-jarig zoontje Anthonius Franciscus, (geb. 05-02-1911).
Het gezin De Vink vertrekt op15 januari 1916. Cornelia Johanna Vera blijft nog een half jaar op dit adres wonen. Op 22 maart 1916 krijgt ze een tweede kind: Johannes Wilhelmus Theodorus.
Op 14 juli 1916 zijn er nieuwe bewoners: Jacoba Keulemans, weduwe van A. v.d. Linden, 29 jaar, (geb. 23-02-1887) en haar 2-jarige dochtertje Eliza Adolphina Johanna van der Linden (geb. 09-10-1913). Bij hen in woont ook nog Rosina Back, 65 jaar, (geb. 05-08-1850), Ze is gehuwd met een zekere Keulemans, maar die woont niet op dit adres. Er is nog een tweede inwoner, Johannes Cornelis Lobbe, schoenhersteller, 33 jaar, (geb. 18-11-1882). Hij is waarschijnlijk de kostwinner. Deze vier mensen blijven een jaar op dit adres wonen.
Op 2 juli 1917 komen er jonge mensen met een baby van een half jaar. Pieter Sjardin kettingsmit, 20 jaar, (geb. 02-11-1896) en zijn vrouw Johanna Maria Koene, 20 jaar, (geb. 22-11-1895). Hun zoontje heet Jacobus Johannes (geb. 22-01-1917). Op 18 december 1918 krijgen ze hun tweede kind: Johannes Jacobus.
Op 25 februari 1920 zijn er weer nieuwe bewoners: Nicolaas Hendrik Rudolf Drost, schrijver, 52 jaar (geb. 19-12-1867) en zijn vrouw, 43 jaar, (geb. 03-08-1873). Drost is kort tevoren, op 13-03-1919, gescheiden. Ympkjen van der Veer trouwt op 15 juli 1920 met W.J. Krijnen, waar ze al een kind van heeft dat bij haar woont: Jelle Krijnen, 2½ jaar, (geb. 07-04-1914) is. Ze gaat in Oegstgeest wonen. Of ze Jelle meeneemt is niet duidelijk. Drost blijft hier waarschijnlijk wonen tot 1923.
Op 11 mei 1923 zijn er nieuwe bewoners: Paulus Lambertus van der Walle, huisschilder, daarna spoorwegarbeider, 25 jaar, (geb. 24-10-1897) en zijn vrouw Cecilia Smit, 21 jaar, (geb. 05-01-1902). Ze hebben een dochtertje van 10 maanden: Johanna Catharina (geb. 02-07-1922).
In de adressenboeken staan nog de volgende hoofdbewoners:
1931 – 1935: J. Azier
1937 – 1964: J. van Alphen
In februari 1966 komt op Vollersgracht 6a E. van der Walle-Fakkel wonen. Dit blijkt uit de rubriek ‘Gevestigde en vertrokken personen’ van de Nieuwe Leidse Courant van 28 februari 1966.
In het adresboek staat vervolgens: 1969 - 1970: M. Crama

De huizen Vollersgracht 2 t/m 6 zijn jarenlang in handen geweest van de familie Verhoog, die op Oude Vest 109 en 109b woonde. Jannetje Colpa, weduwe van Pieter Jacobus Verhoog, overlijdt op 12 februari 1953. Het onroerend goed gaat over op de drie dochters: Helena Christina, Adriana Maria en Maria Jannetje.
Helena Christina is gehuwd met Abraham Johannes Kors, arts, wonende Plantage 14.
Adriana Maria (zonder beroep) en Maria Jannetje (medisch analiste) woonden beiden in het pand Oude Vest 109a.
De kinderen verkopen het pand Vollersgracht 2/2a, 4/4a, en 6/6a in juni 1953. De koper van aan 2/2a is Abraham van Vliet, fotograaf, wonende Haarlemmerstraat 248. Ook voor Van Vliet is het een beleggingsobject. De kans is groot dat ook de kopers van de andere twee panden niet zelf in de huizen gingen wonen.

De mensen die er in 1977 wonen, heb ik nooit gesproken heb. Ze vertrekken nog datzelfde jaar. Pas begin 1978 wordt het huis verkocht aan Frans van den Broek d’Obrenan. Hij betrekt met zijn vriendin de bovenwoning. De benedenruimte verhuurt hij aan een kennis. Enkele jaren later trekken ze het benedengedeelte ook bij hun woning.
In ± 1987 wordt het huis gekocht door Margreet en Paul. Ze krijgen twee kinderen. In 1992 wordt het huis verkocht. Er wordt wat aan verbouwd en het wordt weer in twee gedeelten bewoond.
Eind 1999 komen er nieuwe mensen. Het zijn Karin Ticheloven en Mark Ober. Ze beginnen met het pand flink op te knappen. Karin en Mark verhuizen zijn op 22 maart 2006 naar een ander plekje in de Leidse binnenstad. Sindsdien wordt het huis bewoond door Hans en Joan. Op 27 mei 2010 wordt hun dochter Hanna Leonie geboren. Ze vertrekken op 19 januari 2011.
De nieuwe bewoners zijn Tommy Walvius en zijn vriendin Lisette Pronk. Op 16 maart 2012 wordt hun zoon Joris geboren. Op 9 mei 2014 volgt de tweede: Matthijs.