De bewoners van Vollersgracht 2-2a

Van het gebruik van het pakhuis (nummer 2) is weinig bekend. Waarschijnlijk is het door de loop der jaren door diverse bedrijfjes veelal gebruikt als opslagruimte.
In augustus 1901 begint Dirk Stolwijk op Oude Vest 111 een zaak in rijwielen en kachels. Hij heeft Vollersgracht 2 in gebruik als werkplaats. Daaraan komt zeer waarschijnlijk een einde als op 11 mei 1909 de zaak verhuist naar Haarlemmerstraat 239.
In de tijd dat de familie De Tombe er woont (1937 - 1953) wordt het als garage gebruikt door een arts. De bovenwoning heeft geen enkele voorziening voor het stallen van fietsen e.d. Fietsen worden aan een haak schuin tegen de trap gezet. Een half jaar voordat ze verhuizen, vraagt de arts opeens: ‘Waarom zetten jullie die fietsen toch niet bij mij in de garage?’
Notaris W.F. Karstens heeft mij verteld dat hij de garage een tijdlang heeft gebruikt voor zijn auto. Dat moet in de jaren vijftig of zestig van de 20e eeuw zijn geweest.

Op 1 september 1890 wordt de bovenwoning Vollersgracht 2a betrokken door de eerste bewoners: de familie Schuit. Christiaan Frederik Schuit, 62 jaar, (geb. 25-08-1828) en Hillegie Prins (geb. 07-12-1835), 55 jaar, hebben een zoon en een dochter, van 21 en 17 jaar: Dirk Christiaan (geb. 10-01-1868) Dina (geb. 21-06-1873) Vader Schuit staat vermeld als koetsier. Zoon Dirk is onderwijzer. De familie komt van Vollersgracht 40. De vader, Christiaan Frederik Schuit, overlijdt op 25 november 1893 op de leeftijd van 65 jaar.
Het gezin woont 6 jaar op nummer 2a. Zoon Dirk trouwt op 29 juli 1896 met Christina Noest. Ze gaan diezelfde dag wonen op Heerengracht 80a. Dochter Dina trouwt op 21 oktober 1896, maar ze blijft in het huis wonen, nu samen met haar echtgenoot Frederik Willem Franciscus Führing (geb. 10-12-1866), handelsreiziger. Zijn laatste adres was Vollersgracht 12. Vanaf 21 oktober 1896 staan ze ingeschreven als de hoofdbewoners. Moeder Hillegie Prins woont dan nog bij ze in, maar zij gaat op 6 november inwonen bij haar zoon op Heerengracht 80a. Op 1 juli 1897 vertrekt het echtpaar Führing naar Oude Vest 115. Ze krijgen daar op 4 november een zoon.
Op 06-09-1897 komt de 55-jarige Wijmpje van der Zanden, weduwe van C. Boelhouwer (geb. 20-02-1842) op Vollersgracht 2a wonen. Vanaf 28 november 1897 trekt Anna Hilda van der Zanden, 40 jaar (geb. 31-10-1857) bij haar in. Zij is zeer waarschijnlijk de (ongetrouwde) zuster van Wijmpje. Ze vertrekken samen op 2 mei 1898 ook naar Oude Vest 115. De Führings verhuizen naar Den Haag.
Op 25 mei 1998 komt er een jong stel in het huis beiden 23 jaar: Johannes Cornelis Roelandse (geb. 03-03-1875) en Catharina Hillegonda Heruer (geb. 29-12-1875). Het is hun eerste echtelijke woning. Ze verhuizen een jaar half later naar Vollersgracht 13.
Op 21 januari 1899 trekt de familie Lukassen in het huis. Anthonius Adrianus Lukassen, 26 jaar, (geb. 02-09-1873) en Aaltje Smit, 26 jaar, (geb. 27-08-1873) hebben een zoon van drie. Vader Lukassen is agent van politie. De familie is afkomstig uit Overijssel (Steenwolde, Meppel), maar ze hebben in Leiden al eerder aan de Rembrandtstraat 18 gewoond.
Op 7 januari 1899 trekt Willem Willemsen (geb. 08-02-1875), een collega van Lukassen bij hen in. Hij trouwt op 16-05-1900 met Wilhelmina Elkerbout. Ze gaan op die dag wonen op Heerenstraat 78.
Op 4 januari 1901 komt er een nieuwe inwoner: Gerardus van Zanten, 26 jaar, (geb. 03-01-1875). Het is waarschijnlijk maar voor enkele maanden.
Op 7 augustus 1901 trekt Jantje Boerwinkel, 61 jaar, (geb. 19-02-1840), weduwe van H. Smit in bij de familie Lukassen. Ze komt rechtstreeks uit Meppel.
De familie Lukassen vertrekt op 31 mei 1902.
Op 14 juni 1902 komen de nieuwe bewoners. Gezinshoofd Hermanus Greeven, 56 jaar, (geb. 07-11-1846) is kleermaker. Zijn vrouw is Johanna Saltzherr, 46 jaar, (geb. 16-06-1865). Het echtpaar Greeven heeft drie dochters en een zoon in de leeftijd van 11, 9, 7 en 6 jaar.
Johanna, Eva Elisabeth Wilhelmina (geb. 16-06-1856)
Anna Martina (geb. 21-06-1895)
Nocolaas Johannes Hermanus (geb. 25-10-1896)
Eva Elisabeth Johanna Wilhelmina (geb. 01-11-1893)
Het gezin komt uit de bovenwoning van het buurhuis, nummer 4a. Ze wonen ruim een jaar op nummer 2a.
Op 1 maart 1903 komt er een weduwe met drie kinderen. Martha van der Kaaij (geb. 09-04-1874), weduwe van P.G. Boekweit heeft drie jonge kinderen: een dochter van 7 en een tweeling, twee jongens van 4.
Maria Jacoba (geb. 11-10-1896)
Cornelis Nicolaas (geb. 09-10-1899)
Filippus Jacobus (geb. 09-10-1899
Na krap een half jaar vertrekken ze alweer.
De volgende bewoners komen op 1 maart 1904: Cornelis de Jong en Geertruida Martha van der Peijl, beiden 23 jaar. Ze hebben geen kinderen. Cornelis de Jong is broodverkoper.
Na ruim een jaar vertrekken ze alweer: Op 2 juni 1905.
In het bevolkingsregister ontbreken de gegevens tot augustus 1908.
Op 14 augustus 1908 komt op Vollersgracht 2a de heer Andreas Mieremet, 29 jaar (geb. 15-08-1879) wonen met zijn echtgenote Sophia Mielo, 29 jaar, (geb. 15-04-1879). Mieremet heeft eerst gewoond op Vollersgracht 44. Hij is kleermaker. Het echtpaar Mieremet woont daar tot 19 december 1012. Ze hebben geen kinderen.
Op 22 januari 1913 trouwen Johannes Willem Lezwijn, 26 jaar (geb. 05-04-1887) en Maria Johanna de Meij, 25 jaar (geb. 18-02-1888) en ze betrekken diezelfde dag het huis. Lezwijn is timmerman. Op 22 april 1914 wordt er een dochter geboren: Petronella Elisabeth. Het gezin woont er zeven jaar. Ze vertrekken in juni 1920.
Op 22 juni 1920 komt de familie Van Meurs: Johannes Wilhelmus van Meurs, 25 jaar (geb. 13-11-1895) met zijn vrouw Geertruida van der Reijden, 21 jaar (geb. 27-04-1899) en hun zoontje Hubertus Cornelis (geb. 27-11-1919). Op 7 december 1922 wordt hun tweede kind geboren: Johanna. Het gezin vertrekt het volgende jaar alweer (maart 1922).
Op 3 mei 1922 komt het echtpaar Gerardus Rosier (24) en Clazina Dobbe (22). Waarschijnlijk was dit hun eerste echtelijke woning. Rosier was broodbakker. Het is niet bekend of ze op dit adres kinderen hebben gekregen.
Het vervolg van het bevolkingsregister is nog niet toegankelijk. De adresboeken geven enige informatie over de bewoners die daarna komen.
In 1931 staat W.F. Siraa vermeld als bewoner van Vollersgracht 2a. Hij is chauffeur. Hij woontt vermoedelijk een jaar of zes in het huis.
In 1937 wordt het huis bewoond door Mejuffrouw C.J. Geenjaar, werkster. De heer Siraa woont dan op Oude Singel 6. Hij heeft daar een autoverhuurbedrijf.
Op 12 augustus 1937 betrekt de familie De Tombe het huis. Vader Pieter Philippus de Tombe is van 24 april 1908. Een van de jongens van Schouten (van Vollersgracht 10d) is kameraad van Piet, de oudste zoon. Hij is van ± 1940.
Van de familie heb ik enkele sporen gevonden toen ik de zoldervloer openmaakte. De visakte die ik aantrof is van de vader geweest. Er zijn in dat gezin nog twee kinderen: Hans en Annie. Op 24 juli 1953 vertrekt de familie naar Rheden in Gelderland.
Daarna komt het gezin van M. Lepelaar, wolspinner. Er zijn drie kinderen, waaronder Henny, geboren 04-10-1958. Het gezin verhuist in 1962 naar Leiden-ZW.
Inmiddels is het huis niet meer in handen van de familie Verhoog. Jannetje Colpa, weduwe van Pieter Jacobus Verhoog, overlijdt op 12 februari 1953. Het onroerend goed gaat over op de drie dochters: Helena Christina, Adriana Maria en Maria Jannetje.
Helena Christina is gehuwd met Abraham Johannes Kors, arts, wonende Plantage 14.
Adriana Maria (zonder beroep) en Maria Jannetje (medisch analiste) woonden beiden in het pand Oude Vest 109a.
De kinderen verkopen het pand Vollersgracht 2/2a op 12 juni 1953 aan Abraham van Vliet, fotograaf, wonende Haarlemmerstraat 248. Ook voor Van Vliet is het een beleggingsobject.
In 1963 wordt het huis bewoond door Jacob van Leeuwen (46), havenarbeider, met zijn vrouw Jannetje van den Burg. Op 19 november 1964 koopt Jacob van Leeuwen het hele pand (2 en 2a) van Van Vliet. Hij is daarmee de eerste eigenaar-bewoner.
Jacob van Leeuwen verkoopt het pand op 29 mei 1968 aan Cornelis Nicolaas Maria Beugelsdijk (geb. 11-03-1944, overl. 23-01-2004), op 01-04-1968 getrouwd met Theresia Maria Agnes Peterse, geb. 10-07-1948. Ze krijgen drie kinderen: Marion (23-05-1969), Anneke (01-03-1972) en Jeroen (17-07-1977).
In de jaren zeventig worden er plannen gemaakt voor renovatie van Maredorp. Architect Meindert Barkema maakt in mei 1976 een schetsontwerp voor renovatie van het pand Vollersgracht 2/2a. Het moet als voorbeeld dienen voor vergelijkbare pandjes in de wijk. Het afkomen van de subsidie laat twaalf jaar op zich wachten. Voordat het zover is komt de familie Beugelsdijk in aanmerking voor een nieuwbouwwoning in de Merenwijk. Ze besluiten om daarvoor te kiezen en het huis aan de Vollersgracht te koop aan te bieden. Op dat moment (begin 1978) stagneert de huizenmarkt. Het huis is nog niet verkocht als ze eruit trekken. Op 18 april 1978 sluit ik (Jaap Moggré) de koopovereenkomst. Op 9 mei vindt de overdracht plaats. Ik woon 21 jaar alleen in het huis. Op 6 mei 1999 trekt mijn vriendin João Monteiro bij me in. We trouwen op 24 april 2001. Op 3 september 2001 wordt onze dochter Maria Manuela Monteiro Moggré geboren. Ons huwelijk eindigt door echtscheiding op 30 juni 2009.